Door op 3 juni 2014

Denkfouten van het college

Ouderhulp1Afgelopen weken is het beleidsplan ‘Beter voor elkaar’ besproken in de gemeenteraad. Dit beleidsplan zal de ondersteuning en zorg voor onze inwoners, zorg voor onze jeugdigen en de arbeidsmogelijkheden van de kwetsbare medewerkers oftewel het sociale domein gaan vormgeven. De openeinderegeling, geen schotten binnen het sociale deelfonds, wijkgericht werken etc. zijn uitgangspunten die de PvdA-fractie onderschrijft. Het uitgangspunt om op tijd de juiste zorg te verlenen zodat problemen niet escaleren en specialistische zorg niet ingezet hoeft te worden, onderschrijft de PvdA van harte. Het zal het college echter niet lukken om dit uitgangspunt te realiseren! Het kan niet gerealiseerd worden vanwege de denkfouten die verweven zitten in de visie van het college: 3 denkfouten om precies te zijn. Al deze denkfouten leiden naar de faciliterende overheid die het college graag wil zijn. De bron van de denkfouten is dus de rolopvatting van dit college. Het vergt namelijk een actieve overheid om de genoemde doelen en uitgangspunten te realiseren.

De eerste denkfout: Preventie moet veel opleveren maar mag niks kosten!

Het college vindt preventie ook erg belangrijk, maar het moet wel gratis en voor niks. Sterker nog er wordt straks een miljoen bezuinigd op welzijn oftewel preventie. Maar hoe gaat het college ervoor zorgen dat het beroep op specialistische zorg afneemt als men niet wil investeren in preventie? Met preventie voorkom je of stel je specialistische zorg uit. Daarmee wil ik niet zeggen dat specialistische zorg niet nodig zou zijn. Een groep inwoners zal altijd specialistische zorg nodig hebben en voor demente inwoners of inwoners met een chronische aandoening zal naar mate de tijd vordert specialistische zorg onvermijdelijk zijn. Met preventie help je inwoners die bijvoorbeeld geïsoleerd of eenzaam leven en die vanwege die eenzaamheid op den duur in de specialistische zorg terecht kunnen komen. Deze specialistische zorg zou je met preventie kunnen voorkomen. Preventie wordt straks de ruggengraat van het sociale domein. En als men kijkt naar de uitwerking in het beleidsplan, dan is het stuk over preventie niet eens een heel A4’tje lang is. De verantwoordelijkheid van de overheid binnen preventie is ook niet uitgewerkt. De faciliterende overheid maakt ook hier een terugtrekkende beweging en verwacht dat preventie wordt opgepakt door de samenleving. De faciliterende overheid leunt achterover en verwacht dat de kracht van de samenleving kwetsbare inwoners ondersteunt. De verantwoordelijkheid van preventie mag het college niet afschuiven op de samenleving. Die verantwoordelijkheid ligt bij de overheid. Bewonersinitiatieven zijn geweldig en moeten de ruimte krijgen, maar een actieve overheid moet de gaten in de voorzieningen opsporen en opvullen.

De tweede denkfout: Alle inwoners kunnen een hulpvraag formuleren!

Het college gaat uit van mondige en actieve inwoners die hun eigen hulpvraag kunnen formuleren. De symposia over nieuw en anders zijn hier een goed voorbeeld van. Twee avonden is er onder andere gesproken over zorg, maar toen het puntje bij paaltje kwam ging het niet meer over de zorg. De avond met de resultaten werd erg lang de preventieve werking van sport besproken. Begrijp mij niet verkeerd! Sport heeft een bepaalde preventieve werking tegen overgewicht, tegen depressies etc. Het is daarom ook niet zo vreemd dat sport als een van de resultaten is gepresenteerd, maar waar bleven de resultaten gericht op demente senioren, mishandelde kinderen, mensen die een arbeidsmatige dagbesteding volgen. Waar bleven die resultaten? Als je achterover leunt en van de inwoners verwacht dat zij met een hulpvraag komen, dan hoor je slechts een deel van de inwoners. De inwoners die mondig genoeg zijn en de weg naar het stadhuis weten te vinden. Een actieve overheid gaat zelf op zoek naar de hulpvraag en rust niet totdat alle inwoners hoe kwetsbaar ook zijn gehoord.
Een derde denkfout: Jeugdzorg heeft een aparte koker nodig!

Vanuit het Rijk wordt gesproken van één gezin-één plan-één coördinerende hulpverlener. Dit gaat naar mijn mening niet van de grond komen in onze gemeente vanwege de twee teams: jeugd en gezinsteam voor de kinderen en het sociale wijkteam voor de ouders. Hoe past dit bij het integraal werken? Vooral multiproblem gezinnen zijn gebaat met het integraal werken. De zorg wordt straks weliswaar dichtbij onze inwoners georganiseerd, maar door weer veel schakels aan hulpverleners in te bouwen vergroot je opnieuw de afstand naar ondersteuning en zorg voor gezinnen. Deze twee teams zouden op termijn in elkaar geschoven moeten worden.

Alles samenvattend, concludeert de PvdA-fractie dat de doelen en uitgangspunten van het college gerealiseerd kunnen worden als deze denkfouten uit de wereld worden geholpen. En daarvoor hebben we niet een achteroverleunende overheid nodig maar een actieve!