Reactie van de PvdA op de formatie
Gisteravond maakte het CDA bekend de formatie te starten met Nieuw Elan, D66, VVD en SP. Voor de PvdA betekent dit dat wij in de nieuwe raad onze bijdrage zullen leveren vanuit de oppositie. Dat de PvdA niet werd uitgenodigd om deel te nemen aan de onderhandelingen kwam voor ons niet als een verrassing. Informateur Bauke de Haan adviseert in zijn rapport ‘Nieuw en Anders’ immers duidelijk om een keuze te maken tussen de VVD en de PvdA. Dat de basiscoalitie, bestaande uit CDA, Nieuw Elan en D66, liever een grote rechtse dan een grote linkse partij in het college ziet is alleszins verklaarbaar. De keuze voor de SP voor het wenselijke linkse accent, in plaats van Groen Links, heeft ons verrast. Evenals het besluit om de ChristenUnie buiten te sluiten. Niet alleen omdat de CU op breed draagvlak binnen de raad kan rekenen maar ook omdat het nieuwe college nu niet kan profiteren van het vakmanschap van wethouder Michel du Chatinier. Het zal nog node gemist gaan worden. Getalsmatig en strategisch is de keuze van het CDA voorspelbaar, de inhoudelijke argumentatie die daarbij wordt gegeven kunnen wij echter niet plaatsen.
Zoals gezegd, wij begrijpen de uitkomst van het informatieproces. In een kort gesprek op donderdagavond kregen wij hiervoor echter een onderbouwing die tamelijk lukraak tot stand gekomen lijkt te zijn. De argumentatie van het CDA om de PvdA te passeren leunt op drie elementen: bestuursstijl, visie op de overheid en samenstelling van de fractie. Gestreefd wordt, aldus het CDA, naar een meer ‘open’ bestuursstijl. De wijze waarop ik het wethouderschap heb ingevuld past daar kennelijk niet bij en dat verbaast mij omdat ik juist heb ingezet op een goede verstandhouding met de raad. Initiatieven vanuit de samenleving heb ik enthousiast omarmd. De Buurtalliantie, de stichting Popmuziek Alphen en de Armoede Alliantie zijn hiervan recente voorbeelden. Argument #1 is gebaseerd op een beeld waarin ik de PvdA van de afgelopen drie jaar niet herken. Het staat ook lijnrecht tegenover het derde argument, waarover later.
Het tweede argument betreft de visie van de PvdA op de overheid. Wij zijn, volgens het CDA, voorstander van een grote overheid terwijl zij juist een kleinere overheid voor ogen hebben. Samenwerken met andere partijen zou daarom logischer zijn. In het geval van de SP klopt daar natuurlijk niets van. De grote overheid als ideaalbeeld komt bovendien helemaal niet voor het verkiezingsprogramma van de PvdA. Het was niet te horen bij onze inbreng tijdens de verkiezingsdebatten en het staat ook mijlenver af van het uitstekende en fundamentele gesprek dat wij over dit belangrijke punt hebben gevoerd met de informateur. Ja, als sociaaldemocraten voelen wij een sterke collectieve verantwoordelijkheid voor de ondersteuning van kwetsbare mensen. En wij vinden dat de overheid hier nadrukkelijk een taak heeft die niet aan vrijwilligers en mantelzorgers kan worden overgelaten. Maar wij werken ook met overtuiging aan de grote omslag naar een maatschappij waarin ruimte is voor initiatieven van burgers. En waarin meer verwacht wordt van de zelfredzaamheid van mensen. Echter, wel binnen bepaalde grenzen. Ik mag hopen dat dit ook voor het CDA geldt. In ons gesprek met de informateur gaven wij als suggestie voor het collegeprogramma zelfs het motto ‘Loslaten in vertrouwen’ mee. Dat zegt genoeg. Argument #2 is op z’n hoogst een gelegenheidsargument, gemakzuchtig ontleend aan een eenvoudig te framen vooroordeel.
Als derde reden werd de samenstelling van de fractie genoemd, alsmede de opstelling van de Alphense fractie die het CDA niet altijd even goed is bevallen. Vooral het verwijt dat de fractie iets te vaak scherp aan de wind gezeild zou hebben schiet mij in het verkeerde keelgat. Ruimte voor de fractie, ook als dat een coalitiepartner onwelgevallig is, is nu juist cruciaal voor de zo gewenste open bestuurscultuur. Over de juistheid van mijn bezwaren tegen de eerste twee argumenten kun je nog van mening verschillen. Maar de volwassen houding van de fractie gebruiken als excuus om de PvdA naar de oppositie te verwijzen is om principiële redenen niet acceptabel. Zeker niet uit de mond van de partij die de formatie leidt onder het motto ‘Nieuw en Anders’. Argument #3 deugt niet en het is zeker niet de manier waarop wij als PvdA de raadsfracties van de nieuwe coalitie zullen beoordelen.