Nep- bestemmingsplan!!
Op 31 maart is in de gemeenteraad de beheersverordening buitengebied Rijnwoude aan de orde geweest. De PvdA heeft in een stemverklaring 6 redenen aangegeven waarom dat een foute oplossing is. De redenen zijn:
- De vaststelling is in strijd met de wet.
Alleen mag een beheersverordening worden vastgesteld voor die delen van het grondgebied van de gemeente waar geen ruimtelijke ontwikkeling wordt voorzien, staat in artikel 3.38 Wet ruimtelijke ordening.
Welnu, Wethouder van Velzen is terecht bezig een ontwikkeling op gang te brengen de sierteelt te concentreren. Deze ontwikkeling wordt krachtig gesteund door de provincie, zoals de provincie zelf bekend maakt en waar een flink bedrag aan subsidie is verbonden.
Uit jurisprudentie blijkt dat een ontwikkeling onder meer kan worden herleid uit gemeentelijk en provinciaal beleid. Het provinciaal beleid is er, maar ook het gemeentelijk beleid is er, zoals blijkt uit de geldende structuurvisie die de Raad van Rijnwoude heeft vastgesteld.
De ontwikkeling is dus duidelijk te voorzien. Voor de sierteeltlocaties mag dus de beheersverordening niet gelden. - Vaststelling van de beheersverordening is een bonus op falend beleid.
In Rijnwoude heeft het college na consultatie van de gemeenteraad afgezien van het in procedure brengen van deze verordening. In Alphen aan den Rijn consulteert het college niet, maar schept het voldongen feit door de verordening in procedure te brengen.
Falend beleid omdat men de eigen organisatie niet op orde heeft om een gewoon bestemmingsplan in procedure te brengen waardoor de gemeente veel legesinkomsten misloopt. Elke andere gemeente met buitengebied kan wel een bestemmingsplan organiseren en vindt een oplossing voor het stikstofdepositie-probleem. Alphen aan den Rijn kan dat kennelijk niet, en zoekt een gemakkelijke maar foute oplossing. - Tegen een beheersverordening staat geen beroep open.
Er is geen enkele reden waarom in het buitengebied van Rijnwoude dit recht aan de mensen wordt ontzegd. Een fatsoenlijke raad doet dat niet. - Doordat de rechter wordt buitengesloten krijgt de gemeente geen correctiemogelijkheid. Het blijkt in de lastige ruimtelijke ordeningspraktijk moeilijk alles direct goed te doen. Een oordeel van de rechter schept dan zekerheid. Nu gaat de verordening zonder oordeel van de rechter in werking. Via een achterdeur kan de rechter toch op heel ongelegen momenten de regeling aanpakken. Bijvoorbeeld bij beroep tegen een vergunning of een handhavingsactie. Dat geeft dus rechtsonzekerheid waar de mensen in het gebied en de gemeente last van zullen hebben.
- Het vaststellen van een beheersverordening is inconsequent. Enerzijds beroept het college zich trots op het vooruit lopen op de Omgevingswet in Rijnhaven, anderzijds brengt het een beheersverordening in procedure die bewust niet meer in de Omgevingswet is opgenomen.
De Omgevingswet zal pas medio 2019 in werking treden. Met dit gebrekkige instrument moeten we dus nog drie jaar doen. Drie jaar lang een onnodig zware herzieningsprocedure dus terwijl dat bij een bestemmingsplan via een simpele wijzigingsprocedure zou kunnen plaatsvinden. - Het vaststellen van de beheersverordening is een bonus op ongecoördineerd college-optreden. De ene wethouder (van Velzen) slooft zich uit een ontwikkeling op gang te brengen, de andere wethouder (van As) brengt een verordening in procedure die alleen is toegestaan als er juist geen ontwikkeling plaats vindt.
Zes redenen dus waarom het voorstel van het college om de beheersverordening vast te stellen juist afgewezen moet worden.