Donderdag 16 juli was de voorjaarsnota aan de beurt voor behandeling in de Alphense gemeenteraad. De Partij van de Arbeid heeft tijdens de behandeling een pleidooi gehouden met de volgende tekst:
” Voorzitter.”
”Als één woord de huidige situatie het beste omschrijft dan is dat onzekerheid. Veel inwoners, verenigingen en bedrijven van onze gemeente verkeren in onzekerheid. Na een intelligente lock-down lijkt het virus hier onder controle en gaan we langzaam weer aan de slag. Maar de schade is bij velen reeds aangericht. Bedrijven zitten in financiële problemen, ontslag dreigt voor vele of wie een flexbaan had is deze al maanden kwijt. Verenigingen proberen, met hun spaarpotjes de eindje aan elkaar te knopen. En we moeten afwachten of er nog een tweede golf gaat komen. Het zijn voor allen onzekere tijden. Het is in deze periode dat wij als gemeenteraad moeten spreken over de financiële toekomst van onze gemeente. De financiële positie lijkt op papier goed, maar is in wezen flinterdun. Het is een laagje bladgoud om de echte financiële problemen te maskeren. Door een positieve mei-circulaire en een onverwachte meevaller vanuit de rijksoverheid schrijven we net aan zwarte cijfers. Maar dit is natuurlijk geen solide basis voor de toekomst. De kaderbrief omschrijft een aantal risico’s voor de komende periode. Zoals een dreigende economische crisis die als gevolg heeft dat de uitkering van het gemeentefonds in de jaren na 2022 waarschijnlijk lager zullen zijn. Ook hebben we te maken met onze eigen lokale Corona maatregelen, deze kosten gaan op onze begroting drukken en de totale omvang van deze last is nog onbekend.De wethouder van financiën probeert hierin een behouden koers te varen maar dit lukt hem maar ten deels. Aan de ene kant houdt hij de hand op de knip. Aan de andere kant word het coalitie akkoord opengebroken en in de buidel getast om een coalitie partner binnen boord te houden. Het Poppodium in Castellum en extra geld naar Parkvilla.
De Partij van de Arbeid is van mening dat we nu in moeten grijpen om meer controle te krijgen over onze eigen financiële positie. Vorig jaar spraken wij over een structurele bezuiniging van tenminste 5 miljoen. Hiervoor zouden wij een strategische heroriëntatie beginnen. Maar gedurende het jaar en zeker door de corona crisis is de discussie over bezuinigen naar de achtergrond verdwenen. In de kaderbrief wordt gesproken over mogelijke scenario’s in het najaar en wordt lasten verzwaring niet uitgesloten om een kostenpost die al jaren bekend is op te lossen. Wij zijn van mening dat we niet langer kunnen wachten en nu duidelijke maatregelen moeten nemen. Daarom stellen wij voor per motie om de raad voor de begroting van 2021 in positie te brengen om deze keuzes ook te maken. Deze bijstuur actie nu geeft ons kans om straks als het echt nodig is beter te manoeuvreren.
Voorzitter, de afgelopen jaren waren wij opgelucht dat deze gemeente de aanbesteding van het sociaal domein anders had aangepakt. Door onze aanpak liepen de tekorten niet op, terwijl de gemeente, om ons heen in de problemen raakten. Maar nu beginnen de nadelen van het gekozen beleid zich af te tekenen. Voor een nieuwe aanbesteding op het sociaal domein wordt er tot 2024 – 23,4 miljoen ten laste gebracht van de algemene reserve. Terwijl dit eigenlijk onderdeel hoort te zijn van onze structurele kosten. Op deze manier zaken financieren leid er toe dat onze spaarpot snel leeg zal raken. Ook op jeugdzorg moet er de komende jaren flink geld bij, dit is een zorgelijke ontwikkeling. Naast deelnemen aan de groeiende beweging van protesterende gemeenten voor meer geld. Zullen wij als gemeente aan de slag moeten om de kosten op dit terrein beheersbaar te houden. En dat vind ik een belangrijke afweging want, jeugdzorg raakt onze inwoners bij vraagstukken die soms al zwaar genoeg zijn. Als lokale overheid moet je er dan zijn en niet zeggen genoeg is genoeg. Van de wethouder hoor ik graag hoe hij zich, in de resterende twee jaar, gaat inzetten om deze kosten beheersbaar te maken en te houden.
Voorzitter, Ik begon mijn verhaal met dat de huidige situatie voor velen onzeker is. Onzekerheid over ruimte om te wonen, om te werken en om te recreëren. Onzekerheid voor kinderen om te spelen of voor iedereen om te sporten. Onzekerheid of de zorg die we nodig hebben nog wel beschikbaar is en betaalbaar is. Als gemeente hebben wij de taak om de komende weken, maanden en jaren ons in te zetten om op al deze onderdelen zekerheid te bieden.”