Door op 4 januari 2014

Coalitie kiest voor massieve meerderheid en topzwaar college

IMG_0882Het nieuwe college van Alphen aan den Rijn besloot op 2 januari om het onderhandelaarsakkoord ‘Daadkracht Dichtbij’ niet door de raad te laten vaststellen maar het te beschouwen als uitvoeringsprogramma voor de eigen werkzaamheden. Een debat werd hierdoor overbodig zodat het punt kon worden afgevoerd van de raadsagenda. Het college nam hiermee een logisch besluit dat recht doet aan de verschillende verantwoordelijkheden van het college en de raad. Het college voert het beleid uit, de raad stelt de kaders en controleert. ‘Daadkracht Dichtbij’ is nu dus officieel het spoorboekje van de wethouders, niet van de raad.

Door te spreken over een collegeprogramma in plaats van een raadsprogramma wordt ook de relatie tussen coalitie en oppositiepartijen duidelijk gemaakt. De coalitiepartijen hebben over het programma onderhandeld en voor de afspraken getekend. Voor de oppositiepartijen geldt dat niet. Die hebben hun eigen agenda en zijn vrij om afspraken uit het collegeprogramma waar zij het mee eens zijn te steunen maar ook om zich te verzetten tegen de onderdelen waarin zij zich niet kunnen vinden. Het collegeprogramma wordt eind januari waarschijnlijk wel in de raad besproken. Dan zal de PvdA constructief aan de discussie deelnemen en haar standpunt bepalen over de diverse onderdelen van het collegeprogramma.

Voor de benoeming van de wethouders was wel besluitvorming door de hele gemeenteraad nodig. Anders dan in 2010, toen wij als PvdA zelf een wethouder ‘van buiten’ hebben voorgedragen, is dat deze keer gelukkig allemaal harmonieus verlopen. Wij gaan er vanuit dat de fracties hun beste mensen hebben voorgedragen en vertrouwen erop dat zij goede afspraken hebben gemaakt over zaken als het woonplaatsvereiste, nevenfuncties, het voorkomen van belangenverstrengeling et cetera. Door de PvdA fractie zijn dan ook geen tegenstemmen uitgebracht. Wij zetten wel vraagtekens bij de royale omvang van het college.

Om een politieke meerderheid te krijgen had volstaan kunnen worden met vier partijen in plaats van vijf. En ondanks het geringe verschil in zetelaantal vond men het kennelijk een goed idee dat het CDA als enige partij twee wethouders levert. De coalitie die staat voor het verkleinen van de overheid en beweert bereid te zijn om te snijden in eigen vlees laat hiervoor in de praktijk vooral anderen opdraaien. Als het op de eigen keuzes aankomt laat men het comfort van een massieve meerderheid in de raad (25 versus 14 zetels) zwaarder wegen dan het stevige prijskaartje van een topzwaar college.

Volgens de wet mag het, maar nodig is het niet. Nogal wat gemeenten die groter zijn dan Alphen aan den Rijn kunnen het al jaren prima af met vijf bestuurders. Snijden in eigen vlees, zo begrijpen wij, betekent dat de ambtenaren dezelfde taken moeten uitvoeren voor 1,5 miljoen minder. Daar bovenop komt ook nog een takendiscussie waarbij gemeentelijke taken geschrapt worden. De miljoenenbesparing die dat moet opleveren staat als aparte post in het collegeprogramma. Cultuur en welzijn worden ook genoemd als zoekrichtingen voor de volgende bezuinigingsronde. Beide sectoren moeten een miljoen inleveren. Hier zijn het maatschappelijke organisaties die geacht worden de broekriem aan te trekken. Daadkrachtig bezuinigen gaat aan het college zelf volledig voorbij. Dat is met goed fatsoen niet uit te leggen.