Door op 2 juni 2014

De bewoners van de Loeteweg maken zich zorgen

RietveldDe bewoners van de Loeteweg maken zich zorgen over hun directe leefomgeving. Aanleiding is het uitstel van de reconstructie van de Loeteweg en de plannen voor een nieuwe ontsluitingsroute naar de N11. De PvdA Alphen aan den Rijn heeft hier vragen over gesteld aan het college.  Hieronder vindt u eerst wat achtergrondinformatie. Daarna een aantal concrete vragen die bij de bewoners van de Loeteweg leven.

Achtergrond
De reconstructie van de Loeteweg maakt onderdeel uit van een onderhoudsplan voor verschillende wegen in het boomkwekerijgebied van de voormalige gemeente Rijnwoude. Oorspronkelijk was de reconstructie in 2013 gepland. Om financiële redenen is dat een jaar opgeschoven.
Op 21 oktober 2013 heeft wethouder Ketel van de voormalige gemeente Rijnwoude de raad geïnformeerd dat de reconstructie van de Loeteweg, ondanks onderzoek naar de bereikbaarheid van Greenport Boskoop, doorgang zal vinden in 2014. Aanleiding waren vragen vanuit de PvdA-fractie. Dat mogelijk sprake zou zijn van kapitaalvernietiging, als de Loeteweg deel zou gaan uitmaken van een nieuwe ontsluitingsroute, werd als acceptabel gezien. De orde van grootte van kosten, de huidige staat van de weg en te verwachten termijnen zijn in de overwegingen betrokken.
Op 12 november 2013 hebben bewoners van de Loeteweg de reconstructie van de Loeteweg besproken met wethouders Wolters en Ketel. Planning was om de reconstructie na de bouwvakantie in 2014 te realiseren. Naar aanleiding van vragen van de bewoners heeft wethouder Wolters toegezegd te toetsen of snelheidsremmende maatregelen nodig zijn.
In het “Programma begroting 2014-2017” van de nieuwe gemeente Alphen aan den Rijn van 27 november 2013 (pagina 96) staat dat in 2014 wordt gestart met de reconstructie van de Loeteweg.
In maart 2014 ontving de werkgroep Loeteweg een brief van de gemeente Alphen aan den Rijn over de reconstructie. Hierin is nog steeds sprake van een reconstructie na de bouwvakantie in 2014. Omdat aan de Loeteweg een redelijk aantal woningen staat, stelt de gemeente maatregelen voor die bijdragen aan een veilige weg omgeving voor bewoners en (recreatieve) fietsers. Concreet worden drempels en fietssuggestiestroken genoemd.
In mei 2014 hoorde de PvdA- fractie dat de reconstructie in de wacht is gezet. De bewoners van de Loeteweg zijn hierover niet actief geïnformeerd. Desgevraagd vertelde de projectleider, de heer Hogeveen, dat de gemeente de reconstructie opnieuw wil bekijken, in relatie tot de omliggende wegen. En dat dit álles te maken heeft met de plannen voor een nieuwe ontsluitingsroute. Hetzelfde gaat echter niet op voor de reconstructie van Laag Boskoop. Die reconstructie gaat namelijk wél door.

 

LoetewegHierover willen wij u de volgende vragen stellen:
– Wat is de reden dat het college zijn standpunt met betrekking tot de reconstructie heeft gewijzigd? Eerder werd de onderhoudssituatie als reden genoemd om de reconstructie wél door te laten gaan. Nu wordt de reconstructie uitgesteld.
– De staat van de Loeteweg is dermate slecht dat die naar de mening van de PvdA tot verkeersonveilige situaties leidt, met name voor fietsers en in het bijzonder voor fietsende kinderen.
o Meerdere bewoners hebben schade aan hun fiets of auto (velgen) opgelopen aan de randen van het sterk beschadigde asfalt.
o Op 24 maart 2014 is een vrachtauto verzakt geraakt, waardoor een ambulance rechtsomkeert moest maken om via een andere route op de plaats van bestemming te komen
– Waarom heeft het college de bewoners van de Loeteweg niet geïnformeerd? De bewoners zijn erg teleurgesteld over de gang van zaken. Kan het college zich voorstellen dat het vertrouwen in de gemeente hierdoor ernstig is geschaad?
– De reconstructie van Laag Boskoop vindt volgens onze informatie wel doorgang. De verkeers belemmerende maatregelen op Laag Boskoop zullen als neveneffect hebben dat een groter deel van het (vracht)verkeer een alternatieve route zal kiezen. De Loeteweg wordt daarmee voor een deel van dit verkeer een alternatief. Hoe is hierin rekening gehouden met de leefbaarheid voor de bewoners van de Loeteweg?
– Welke rol heeft Stichting Greenport gespeeld in het aanhouden van de reconstructie van de Loeteweg? (Ter informatie: tijdens het ontwerpatelier N207op 22 mei 2014 gaf de penningmeester van Kring Boskoop (een van de organisaties waaruit Stichting Greenport is ontstaan) aan dat het besluit over het aanhouden van de reconstructie van de Loeteweg mede op verzoek van Stichting Greenport genomen zou zijn).

Greenport N207 ZuidNaast de zorgen met betrekking tot de huidige situatie aan de Loeteweg, maken de bewoners van de Loeteweg zich ernstig zorgen over de ontwikkelingen rondom het project N207 zuid. Dit is mede ingegeven door de gang van zaken rondom de reconstructie van de Loeteweg:
– Waarom is een andere beslissing genomen over de reconstructie van Laag Boskoop? Betekent dit dat de keuze voor een ontsluitingsroute via de Loeteweg al is gemaakt?
– In hoeverre wordt rekening gehouden met de leefbaarheid in de Loete?
– Gemeente en provincie lijken te veronderstellen dat er alleen maar boomkwekers in de Loete wonen. Dat is zeer zeker niet het geval. Het aantal particulieren overstijgt het aantal boomkwekers. Daarbij komt nog dat een steeds groter aantal boomkwekerijen niet meer actief worden gebruikt c.q. braak ligt (bijv. het boomkwekerijland aan Loeteweg 2, 6, 8, 10, 24, 28, 9, 29).
– Een andere veronderstelling is dat de boomkwekers in het gebied behoefte hebben aan een nieuwe ontsluiting naar de N11. Tijdens de gehouden ontwerpateliers bleek echter dat de sector met name behoefte heeft aan een goede oost-west verbinding.
– De PvdA vindt het van belang dat beslissingen worden genomen op basis van de juiste feiten. Is het college bereid de genoemde feiten te onderkennen en mee te laten wegen in de besluitvorming?
– Hoe wordt (bij de keuze voor alternatief 3a, 3aII of 3c) een aanzuigende werking vanuit Waddinxveen voorkomen? Het ligt voor de hand dat verkeer vanaf de verlengde Bentwoudlaan de nieuwe ontsluitingsroute richting N11 zal kiezen.
– Hoe wordt voorkomen dat bij de aansluiting aan de nieuwe wegen van alternatief 3a, 3aII of 3c het probleem van de leefbaarheid zich gaat herhalen voor de bewoners aan de bestaande lokale wegen?