De vastgestelde Omgevingsvisie voor Alphen aan den Rijn – onderlegger voor toekomstige plannen – bevat een missie, beschrijft kwaliteiten van de gemeente en ook trends/ ontwikkelingen. Ze gaat in op de visies van andere overheden in de regio en geeft vijf beleidsopgaven aan. Zoeklocaties voor windturbines en zonnevelden zijn er buiten gelaten.
De Omgevingsvisie bevat veel waardevolle inzichten, maar schiet ook tekort. Er is geen aandacht voor stads- en dorpsvernieuwing waardoor in bestaande wijken problemen kunnen worden opgelost en tegelijk woningen maar ook groen kan worden toegevoegd. Verder geeft de visie geen antwoord op de stelling van de provincie dat weilandbebouwing voor Alphen niet nodig is omdat er al voldoende woningbouwplannen in de regio op stapel staan. Voor weilandbebouwing is er ook geen zicht op financiering. Alphen kan beter gaan samenwerken met de andere overheden dan solistisch door te gaan.
Op 28 januari 2022 heeft de gemeenteraad de Omgevingsvisie vastgesteld.
De Omgevingswet, die waarschijnlijk op 1 juli 2022 in werking treedt, verplicht gemeenten zo een visie vast te stellen.
De visie bevat de bundeling van het lange termijnbeleid voor onder meer water, milieu, verkeer en vervoer, duurzaamheid en sociaal-maatschappelijke aspecten. Het gaat dus niet alleen meer om ruimtelijke ordening dat zich erop richt waar welke functie (bv wonen) het beste past.
Inhoud omgevingsvisie
Het gaat om de fysieke leefomgeving, niet bijvoorbeeld om iets als geestelijk leven.
Het plaatje Hieronder geeft de opbouw van de visie weer: na de missie wordt beschreven wat de kernkwaliteiten van Alphen aan den Rijn zijn.
Daarna komen trends en ontwikkelingen aan de orde en de plaats van Alphen in de regio. De visie gaat uit van vijf integrale opgaven: gezonde vergroening, samen sterker, waardevol buitengebied, landschappelijke verstedelijking en duurzaam ondernemen. Eigenlijk is alleen ‘landschappelijke verstedelijking’ een item waar nogal wat discussie over kan ontstaan: willen we nou landschap of willen we ‘stad’? Ik kom daarop terug.
Trends en ontwikkelingen
Positie van Alphen in de regio
De Omgevingsvisie beschrijft ook de visies van regionale partners: Rijk, Provincie, bestuurlijk platform Groene Hart, de Regio Holland-Rijnland en de Rijn- en Veenstreek.
Met al deze visies kan de Alphense visie goed uit de voeten, maar met die van de provincie botst het duidelijk. De provincie wordt een zwart-wit denken verweten. De provincie hanteert volgens Alphen een dogma van een leeg Groene Hart en voor de rest een uitdijende Randstad. Men schrijft:
‘De opgaven en ambities in de regionale agenda’s en visies zijn vergelijkbaar met elkaar, maar er lijkt een belangrijk verschil in visie te zijn tussen het zwart-wit dogma van de scheiding tussen een leeg Groene Hart en uitdijende Randstad versus een meer verweven perspectief. Namelijk dat van een uiterst groene, hoogproductieve meerkernige metropool. Oftewel een groen knooppuntennetwerk, waarbinnen onze gemeente zeer centraal gelegen is en op meerdere aspecten een belangrijke complementaire rol vervult. Bijvoorbeeld op het gebied van landschap, recreatie, landbouw, economie en als uiterst fijne plek om te wonen.’
Ik kom nog terug op dit verschil van mening.
Vijf integrale beleidsopgaven
De vijf beleidsopgaven zijn hieronder samengevat opgenomen.
Hoofdstuk 4.8 van de Omgevingsvisie ‘gebiedsprioriteiten’ beschrijft voor verschillende gebieden (kort) speciale kwaliteiten, opgaven en uitgangspunten. Het gaat om:
De PvdA en de Omgevingsvisie van Alphen
Energie in de omgevingsvisie
Allereerst is van belang dat de zoeklocaties voor windturbines en zonnevelden uit de visie zijn geschrapt. Dat is besloten omdat de gemeenteraad de zoeklocaties heeft geschrapt uit de RES, de Regionale Energiestrategie.
De Partij van de Arbeid heeft aan het schrappen als eerste en van harte aan meegewerkt. Uiteraard zijn wij voor een snelle omschakeling van fossiele naar duurzaam opgewekte energie. Maar het principe dat elke regio zijn eigen elektriciteit moet opwekken, doet afbreuk aan de verschillen die er in Nederland zijn. Net als distributiecentra of datacentra zijn windturbines op land zulke zware ingrepen, dat daarvoor bepaalde locaties moeten worden aangewezen. Een aantal geconcentreerde grootschalige windparken is te verkiezen boven overal windturbines.
Ten opzichte van de gigantische elektriciteitsbehoefte van huishoudens, transport en industrie leveren zonneweides vrijwel niets op, windturbines op land heel weinig en windturbines op zee redelijk veel. Gelukkig staat de technische ontwikkeling niet stil: in Zuid-Europa, op veel plaatsen in de wereld en zelfs via drijvende windturbines op (diep)zee wordt er hard gewerkt aan pilots voor groene waterstofproductie. Die waterstof kan in vloeibare vorm worden omgezet en naar industrie en elektriciteitscentrales worden gebracht. Bij grootschalige afname wordt die waterstof ook betaalbaar.
Deze technische ontwikkelingen lijken het Klimaatakkoord in te halen: het is de vraag of overal verspreide elektriciteitsopwekking op land door windturbines goed is. Ze doen afbreuk aan het landschap en door geluid en slagschaduw wekken ze vooral ergernis op en daarmee gezondheidsschade. Grootschalige waterstof-productie op windrijke locaties op zee lijkt technisch en economisch een groot voordeel te hebben.
Geen aandacht voor stads- en dorpsvernieuwing
De omgevingsvisie besteedt geen aandacht aan stads- en dorpsvernieuwing. Het beperkt zich tot het noemen van een opgave ‘Kwaliteitsverbetering bestaande wijken en dorpen’.
Ook in Alphen aan den Rijn zijn er wijken die aandacht behoeven omdat zich een of meer problemen voldoen:
- Er is een isolatie-, verwarmings- of koelteopgave waarvoor een grote ingreep nodig is.
- Woningen zijn technisch verouderd.
- Woningen zijn niet gewild.
- De openbare ruimte is slecht ingericht.
- Er is te weinig groen in de buurt.
Omdat er zich in de loop der jaren veel gezinsverdunning heeft plaats gevonden (veel minder bewoners per woning, veel leegstaande kamers) is het aantal mensen in de wijken teruggelopen. Voorzieningen (bv winkels, scholen, openbaar vervoer) hebben daardoor te weinig draagvlak en dreigen te verdwijnen.
Soms kunnen verschillende problemen in een wijk door een gecombineerde aanpak worden aangepakt, bijvoorbeeld door gefaseerde renovatie of soms sloop- nieuwbouw. Er zijn voorbeelden waardoor in hetzelfde casco van een bestaand gebouw nieuwe woningen worden gebouwd die heel gewild zijn en in aantal groter dan het oorspronkelijke aantal woningen.
Ook zijn er restruimtes in wijken die zich lenen voor herinrichting of extra woningen. Wegen in het verleden zijn veelal onnodig breed aangelegd. Herinrichting kan ruimte opleveren voor meer groen of aanvullende woningbouw. Bepaalde complexen lenen zich ook voor aanvullende bouwlagen, bv in houtskelet bouw.
Terreinen worden vaak voor één functie gebruikt, bv voor parkeren of winkels. Multifunctionele nieuwbouw, bijvoorbeeld met woonlagen, kan aan méér behoeften voldoen.
Van dergelijke gedachten is in deze omgevingsvisie nog geen spoor te vinden. Heel ouderwets richt men zich op staduitbreiding in weilanden.
Door renovatie, sloop- nieuwbouw, gebruik restruimtes kunnen in bestaande wijken bij bestaande voorzieningen problemen worden aangepakt, in combinatie met het toevoegen van het soort woningen waar behoefte aan is.
Dat is een intensief proces dat tijd nodig heeft. Maar doordat geen nieuwe infrastructuur behoeft te worden gebouwd, geen nieuw openbaar vervoer behoeft te gaan rijden of andere voorzieningen moeten worden gemaakt kost het minder en profiteert de bestaande stad van de vernieuwde wijken.
Meningsverschillen met de provincie Zuid-Holland
Zuid-Holland heeft bezwaar gemaakt tegen de vast te stellen omgevingsvisie van Alphen.
Het betreft onder andere de voorgestelde ‘landschappelijke verstedelijking’. De provincie wijst er op
Zuid-Holland zegt dat al een kaart is vastgesteld waarop de locaties in Zuid-Holland zijn aangewezen waar buiten bestaand stads- en dorpsgebied kan worden gebouwd. Tot 2030 is er in ieder geval geen weilandbebouwing voor Alphen nodig. Ook voor de lange termijn is het onwaarschijnlijk dat die behoefte bestaat. De regio Holland-Rijnland heeft ruim voldoende woningbouwplannen ingediend om aan de behoefte te voldoen.
Ik heb aan het college gevraagd hoe het toch mogelijk was dat de woningbehoefte die door Alphen wordt berekend afwijkt van de door de provincie berekende behoefte.
Uit het antwoord van het college blijkt dat Alphen meent dat omliggende regio’s niet aan hun woningbouwplannen zullen voldoen en de migratiebehoefte naar Alphen zal toenemen. Van de provincie heb ik vernomen dat in de provinciale cijfers al voor bijna 30% rekening is gehouden met die migratie.
Het college heeft een antwoord opgesteld op de bezwaren van de provincie, maar dat is totaal niet overtuigend.
Met andere woorden:
Het college wil weilandbebouwing ontwikkelen
- Zonder overtuigend behoefte onderzoek,
- Ver van de bestaande voorzieningen,
- Zonder enig zicht op de betaalbaarheid (bruggen en andere kostbare infrastructuur en nieuw openbaar vervoer en voorzieningen en aanleg van groen en water zijn echt onbetaalbaar als het vereiste aantal sociale woningen en middel dure woningen wordt gebouwd.
- Zonder in combinatie problemen in de bestaande stads- of dorpswijken aan te pakken.
Voor Alphenaren is het beter als het college zijn solistische Don Quichot koers opgeeft en gaat samenwerken met provincie en rijk: daar zijn geldpotten waardoor kostbare stads- en dorpsvernieuwing tot stand kan komen.
Als PvdA zijn we er overigens wel in geslaagd
- De geesten rijp te maken voor een woonconferentie waarin over oa stads- en dorpsvernieuwing nagedacht gaat worden; dus t.b.v. de volgende versie van de Omgevingsvisie.
- Een aanscherping in de tekst van de Omgevingsvisie waardoor ook de gemeente een actieve rol wil gaan spelen in het bereiken van de omgevingsvisiedoelen, en niet alleen maar leunt op initiatieven van anderen.
- Tegelijk met de omgevingsvisie is de Woonvisie vastgesteld, waarvan de inzichten in de Omgevingsvisie zijn meegenomen.
Ons amendement is unaniem aangenomen waardoor op bouwlocaties niet alleen projectontwikkelaars kunnen bouwen, maar een voorkeur wordt uitgesproken voor particulier opdrachtgeverschap: burgers organiseren zelf (collectief) de bouw van hun woningen.