Van gezamenlijk werken aan een beter besluit naar machtspolitiek
Afgelopen raadsvergadering stond het besluit Vaststellen beleidsmatige en strategische uitgangspunten koersplan Participatiewet ter discussie. Een onderwerp waar de raad zich fanatiek mee bezig hield zo bleek de afgelopen tijd. Er zijn meerdere raadsconferenties geweest, meerdere werkbezoeken, uitgebreide inspraak door de OR van SWA, VOA en cliëntenraad. Daarnaast is het maar liefst drie keer besproken in commissie verband die aan duidelijkheid ook niet te wensen overliet.
Nu hadden wij al uitgebreid het AEF rapport besproken in de raad (zie artikel) dus het is niet vreemd dat de raad zich intensief wenste te bemoeien met dit onderwerp. Misschien bizar, maar het leek wel of wethouder De Leest categorisch niet luisterde en niks wilde zien. Hoewel op enkele fractie na keer op keer duidelijk bleek dat de raad zich niet kon vinden in het door het college opgestelde besluit wenste De Leest het niet aan te passen.
In de Raad werd dan ook een uitgebreid amendement ingediend waarin het besluit drastisch werd gewijzigd. Dit werd breed gedragen door oppositie en een aantal coalitie partijen. Vanuit de Coalitie werd ook een motie ingediend hoe de raad dit zou gaan begeleiden, via de raadsklankbord groep sociale agenda die eens in de zoveel tijd in beslotenheid als klankbord optreed. Vanuit de oppositie werd een andere motie ingediend, een Raadsbegeleidingsgroep Participatiewet wet die openbaar is en er bovenop zou zitten. De VVD gaf aan meer te zien in de oppositie motie.
Van het ene op het andere moment sloeg de sfeer om, van gezamenlijkheid werd ineens over gegaan op machtspolitiek. Schorsing op schorsing, kwaaie gezichten en het beroemde machtswoord werd zelfs gesproken.
Voordat het buigen of barsten werd werden de coalitie en oppositie moties aangehouden om in de volgende raad te bespreken.
Ondanks deze anticlimax kunnen wij wel vaststellen dat;
- het koersplan op de juiste manier is vertaald naar de juiste besluiten,
- al het personeel over gaat naar het nieuwe werkbedrijf,
- het proces verder kan, de intentie voor het bestuur en directie SWA duidelijk is
- productie niet op voorhand is uitgesloten waardoor de huidige productie behouden kan blijven,
- externe deskundige zoals AEF kan onderzoeken wat het beste bestuursmodel is van het nieuwe werkbedrijf.
Dit is toch echt veel meer dan wat ik kon verwachten na drie commissie behandelingen.
Nu nog de verdere betrokkenheid van de raad goed regelen, dat zal nodig zijn zoals is gebleken. Het is maar de vraag of de wethouder het aankan