Zorg dichtbij en op tijd

26 januari 2018

De gemeente Alphen aan den Rijn heeft altijd vooropgelopen bij het verbeteren van de zorg voor haar inwoners. Bijvoorbeeld met de vroege invoering van ‘één gezin-één plan’, waarbij problemen als verslaving, schulden en verwaarlozing binnen gezinnen integraal werden aangepakt. Een ander voorbeeld is de Wet maatschappelijk ondersteuning (Wmo). In 2007 werd de implementatie en uitvoering hiervan in onze gemeente door de patiëntenorganisaties bekroond met een 8. Ook sinds de overheveling van jeugdhulp en de nieuwe Wmo in 2015 loopt de gemeente voorop met de inrichting van sociale wijkteams en de betrokkenheid van professionals zoals wijkagenten, leerkrachten en huisartsen bij de zorg en ondersteuning van onze inwoners. Wij vinden het belangrijk dat deze goede voorbeelden worden voortgezet en in de toekomst verder uitgebouwd.

Passende zorg

Ondanks deze goede voorbeelden heeft de gemeente de afgelopen vier jaar weinig aandacht gehad voor zaken als preventie en passende zorg voor haar inwoners. Er is te vaak naar het prijskaartje gekeken in plaats van naar wat inwoners op het gebied van zorg echt nodig hebben. De aandacht voor dit prijskaartje heeft tevens het werk van en de mogelijkheden voor zorgverleners beperkt. En daarnaast lag de verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van zorg bij de zorgverleners in plaats van bij de gemeente. De PvdA vindt dat zorg wat mag kosten, zodat inwoners op tijd de beste en de juiste zorg krijgen.

PvdA Alphen aan den Rijn staat voor:

  • een gemeente die verantwoordelijk is voor de vormgeving en kwaliteit van zorg. De gemeente is te allen tijde het aanspreekpunt voor inwoners als het gaat om zorg.
  • zorgverleners die weer serieus worden genomen en meer invloed krijgen om samen met de inwoner de juiste en de beste zorg te bepalen.
  • meer zeggenschap en regie voor inwoners over de eigen zorg. Het persoonsgebonden budget (pgb) wordt een keuzemogelijkheid naast de door de gemeente aangeboden collectieve voorzieningen.
  • een integrale aanpak van zorgverlening. Er is nog meer aandacht voor andere problemen bij een inwoner of binnen een gezin, zoals schulden, verslavingen, et cetera.
  • het regelen en geven van bestaanszekerheid bij het verlenen van zorg. Stress en onzekerheid over het inkomen vergroot immers de zorgvraag.
  • voortzetting van de werkzaamheden van de sociale wijkteams. Zij zijn het eerste en laagdrempelige aanspreekpunt voor inwoners en jeugd die zorg nodig hebben.
  • het blijven betrekken van professionals uit alle hoeken van de samenleving (wijkagenten, leerkrachten, huisartsen, wijkverpleegkundigen, woningcorporaties/huismeesters, gebiedsregisseurs, et cetera) bij de sociale wijkteams en bij de zorg en ondersteuning van inwoners.
  • het actief betrekken van mantelzorgers bij het keukentafelgesprek waar de zorg en ondersteuning van een inwoner wordt beoordeeld en bepaald.
  • ondersteuning van mantelzorgers door goede informatievoorziening over hun rechten en plichten, gratis cliëntondersteuning en de mogelijkheid om respijtzorg (vervangende zorg) aan te vragen.
  • meer budget voor preventie. Vroegtijdig signaleren voorkomt niet alleen dat problemen groter worden, maar werkt ook kostenbesparend omdat de inzet van specialistische zorg kan worden beperkt.
  • altijd toegankelijke specialistische en professionele zorg (ongeacht de kosten) voor inwoners die deze vorm van zorg nodig hebben. Dit staat los van de ondersteuning door vrijwilligers.
  • specialistische zorg voor jeugdigen stopt niet abrupt bij 18 jaar. Tot 23 jaar is er sprake van een overgangstermijn.
  • ervoor zorgen dat inwoners met een chronische aandoening of beperking eerder in aanmerking komen voor bijzondere bijstand en andere regelingen voor minima.

‘We moeten toe naar een zorgzame samenleving. Waarin burgers naar elkaar omkijken en voor elkaar zorgen. En professionele zorgverleners de financiële middelen krijgen om te kunnen doen wat hun beroepseer vraagt.’   Sebastiaan Klaassen – Alphen aan den Rijn

‘Zorg begint met luisteren naar de hulpbehoevende en zijn/haar vraag verbinden met het vakmanschap van de hulpverlener. Minder administratieve lasten, meer ruimte voor de hulpverlener en meer aandacht voor zorg op maat.’   Fred Ter Meer – Zwammerdam